Golden-collared Woodpecker (Veniliornis cassini) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© Carl Beel | © Carl Beel | © Carl Beel |
© Paul Baker | © Paul Baker | © Francita Rijhiner |
© Martin Reid | andere soort van FG: V. passerinus © Michel Giraud-Audine |
De Goudkraagspecht wordt vaak boven in de bomen gezien op Brownsberg, soms in gezelschap van andere vogels. Buik en borst zijn fijn zwart-wit gestreept, wat maar net te zien is op de foto. Ook heeft het een gele streep in de nek en lichte vlekjes op de vleugel. In het Spaans heet hij Zebra specht. Het geluid van de goudkraagspecht werd opgenomen door Otte Ottema in het Bakhuis gebergte in mei 2006. Foto van een vrouwtje Goudkraagspecht, gemaakt door Carl Beel op de Brownsberg in Suriname in december 2008. Carl Beel maakte de volgende foto's van een mannetje en een vrouwtje op Overbridge in juni 2010. Paul Baker zag de vogel op de Brownsberg in februari 2013. Het mannetje heeft de gouden kraag en rood op zijn kop. Het vrouwtje heeft veel minder kleur.. In Frans Guyana en in Guyana vliegt een specht rond die nog nooit in Suriname waargenomen is: de kleine Vlekkeelspecht. Hij heeft een dunne witte lijn op zijn wang en fijnere witte streepjes dan de Goudkraagspecht. Het lijkt er op dat kleine spechten niet makkelijk de brede Marowijne en Corantijn rivier oversteken. |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 239 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 1 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |