Lesser Yellowlegs (Tringa flavipes) |
Kleine Geelpootruiter: Ze zijn vooral langs de kust heel algemeen in de modder of ook in rijstvelden die onder water staan. Volgens Arie Spaans zijn er soms wel 100.000 tegelijk aanwezig in Suriname, vooral van augustus tot november of maart april. Foto's van een kleine geelpootruiter, gemaakt door Pieter Verheij in Suriname in januari 2005 en door Carl Beel bij Bigi Pan in februari 2013. De laatste is een foto van Alexandre Renaudier, gemaakt in de rijstvelden bij Mana in Frans Guiana. Identificatie van deze soort is altijd moeilijk op een foto: de gelijkende Grote geelpootruiter heeft een langere snavel die een klein beetje omhoog krult, de Amerikaanse bosruiter heeft een duidelijker oogring en groengele poten. Dominiek Plouvier maakte de video's. De tweede laat twee kleine geelpootruiters in april zien die territoriaal gedrag vertonen nog voor ze de terugreis beginnen. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Kleine Geelpootruiter © ; | Video opname van een Kleine Geelpootruiter © ; | Video opname van een Kleine Geelpootruiter © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 321 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |