Fork-tailed Woodnymph (Thalurania furcata) |
Vorkstaart Bosnimf: Pieter verheij maakte twee foto's van een vrouwtje in januari 2003 in Suriname. Dan foto's van een mannetje en een vrouwtje, gemaakt door N. Takano (personal museum of natural history) in augustus 2004 op Fungu eiland in het Ralleigh Vallen natuur reservaat. Het reservaat is onderdeel van een enorm beschermd gebied met meer dan 500 soorten vogels: het Centrale Suriname Natuur Reservaat (CSNR) met een oppervlakte van meer dan 1 miljoen hectare. Het mannetje van deze kolibrie is gemakkelijk te herkennen met zijn gevorkte staart en ook zijn prachtige diepblauwe buik (niet zo goed te zien op de foto, helaas), herkennen van het vrouwtje is veel moeilijker. Je kunt haar gemakkelijk verwisselen met de grey-brested sabrewing (heeft meer wit op de staart en een witte spot bij het oog, met dank aan Rasmus Boerg). De bosnimph zie je vooral op hun eentje bij bloemen in het bos. En soms, zoals op een van de foto's, bij een "feeding bottle, een zuigfles". Deze foto is gemaakt door John Muller in maart 2006 op Ralleighvallen. Armida Madngisa fotografeerde een nest op het Kabalebo resort. Eerst met het vrouwtje nog bouwend, dan zonder en met eieren. Matthias Fernandez zag een jong dat gevoed wordt door een vrouwtje bij Saut Mapaou in Frans Guyana in september 2013 en Michel Giraud-Audine zag de rug van zijn vogel in januari 2014 bij Sable d'or in Frans Guyana. Dominiek Plouvier maakte de video waarin een vrouwtje zich schoonmaakt. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Vorkstaartbosnimf © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 403 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 1 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |