White-lined Tanager (Tachyphonus rufus) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© Leo Olmtak | © Foek Chin Joe | © Louis des Tombe |
© Pieter Verheij | © Leo Olmtak | © Leo Olmtak |
© Leo Olmtak | © Jean-Louis Rousselle | © Ton Plug |
© Dominiek Plouvier |
De Blaka Kin is een bekende tuinvogel in paramaribo: Het mannetje is helemaal zwart met een lichte ondersnavel en wit op zijn vleugel, wat meestal niet zichtbaar is tenzij hij vliegt of zijn vleugels spreidt. De snavel is onder gedeeltelijk wit. Het vrouwtje is helemaal bruin. Zij nestelt vaak in de stad, soms op de grond of bv. op twee meter hoogte in een struik. Eerst een foto gemaakt door Leo Olmtak van een paartje Blaka Kin ('Tjieng') in zijn tuin in Paramaribo, dan een foto door Foek Chin Joe en een van een zwarte tangare gemaakt door Louis des Tombe en een door Pieter Verheij in januari 2007. Ook uit de tuin van Leo Olmtak komen de volgende foto's, zoals het vrouwtje dat uitrust terwijl ze materiaal voor haar nest aan het verzamelen was (Leo Olmtak, november 2008) en de twee foto's van de ouders die een jong voeren in januari 2009. En hij maakte ook de video van de moeder Blaka kin die het jong voert. jean-Louis Rousselle maakte een foto in Nieuw Amsterdam in november 2013. Dominiek Plouvier maakte de video van een zingende Blakakin. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Zwarte Tangare, Blakakin © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 629 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 150 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |