Black-crested Antshrike (Sakesphorus canadensis) |
Zwartkuif mierklauwier: Deze mierklauwieren zijn heel gewoon in bosschages en in tuinen rond Paramaribo en in het regenwoud worden ze ook vaak gehoord. Ze bewegen driftig, op zoek naar insecten en kleine vruchtjes. Het nest wordt gemaakt van droog gras en hangt aan een vork in een tak. Het hele jaar door worden er nesten van ze gevonden, alhoewel ik uit oktober geen melding binnen heb gekregen. Paren zingen vaak een duet. De eerste drie foto's zijn gemaakt door Foek Chin Joe van een vrouwtje (hier boven) en twee mannetjes in het noorden van Paramaribo, Charlesburg and Tourtonne, in juni 2005. De volgende foto is gemaakt door K. Dijkstra, een mannetje gezien van beneden met veel zwart-wit, gemaakt op weg naar Zee in februari 2007 en de laatste door Louis des Tombe ook in 2007 in het kustgebied. Op de geluidsopname (Ribot) hoor je eerst een vogel ver weg dan een dichtbij. Dominiek Plouvier maakte de video. |
Vogelgeluiden (klik er op om te luisteren) | ||
---|---|---|
Geluidsopname van een Zwartkuifmierklauwier © Jan Hein Ribot |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Zwartkuifmierklauwier © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 804 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 49 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |