White-tailed Goldenthroat (Polytmus guainumbi) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© Dominiek Plouvier | © Tomas Willems | © Tomas Willems |
Witstaart Goudkeelkolibrie: De eerste foto is gemaakt door Dominiek Plouvier in Suriname in december 2007. De witte veren aan de buitenkant van zijn staart zijn op de foto net zichtbaar. De tweede foto is gemaakt door Tomas Willems aan de rand van het leidingen gebied bij Paramaribo in juli 2014: een nest met twee zeer jonge (blinde) kolibrietjes. Op dezelfde plek zag Carl Beel in augustus 2014 een volgende broedpoging :"Vanavond was ik wat aan het rondkijken vanuit de tuin. Plots zag ik een kolibrie langsschieten. Ik kon hem net volgen en tot mijn verbazing ging hij gaan zitten waar eerder deze maand twee jongen zijn uitgevlogen. Tijdens een scan van het grasland zag ik in de verte een tweede White-tailed Goldenthroat. Even later was het wijfje van het nest en kwam de tweede vogel, een mannetje, bij haar. Hij begon te hangen in de lucht terwijl hij zijn staart wijdopen heen en weer wiegde. Af en toe ging hij zitten in een bosje enkele meters verder, maar dan ging hij telkens opnieuw rond het wijfje hangen. Af en toe vloog hij bijna tegen haar aan, maar meestal hing hij ongeveer 15 - 20 cm van haar. Na enkele minuten begon ook het wijfje af en toe te vliegen terwijl het mannetje bleef dansen rondom haar. Eerst bleven ze laag, maar na enkele keren gingen ze wat hoger in de lucht, minstens 5 m hoog. Het dansen werd heviger en nu vloog het mannetje hem telkens volgde. Elke keer als het wijfje bij hem kwam, danste hij even en vloog dan weer een eindje verder. Uiteindelijk kwamen ze bij het nest en het wijfje ging zitten op het nest. Het mannetje begon dan heel energetisch te dansen vlak boven haar. Na enkele minuten vloog het mannetje een heel eind, meer dan 75 m, weg en ging zitten. Het wijfje ging achter hem aan, en dansend kwamen ze weer bij het nest. Het wijfje zat weer op het nest en het mannetje begon met hernieuwde energie te dansen boven haar hoofd. De staart was nu maximaal gespreid en werd heel snel van heen en weer gewiegd, waardoor hij bijna nog groter leek dan hij al was. Dit werd niet al te lamg vol gehouden en het mannetje vloog terug naar de verre zitplaats. Het wijfje ging niet meer van het nest. Het mannetje kwam nog minstens vijf keer energiek dansen en vloog verder terug naar de verre zitplaats. Uiteindelijk was het ongeveer kwart voor zeven ('s avond) en vond het mannetje het genoeg voor een dag. Het was mij noet duidelijk of er al een eitje in het nest lag. Het nest leek in elk geval wat opgekalefaterd, maar mischien komen de eitjes pas de volgende dagen. Het was wel leuk om de gebeurtenissen te volgen." Deze kolibrie is niet zeldzaam in het kustgebied, nesten zijn verder vooral aangetroffen in de zoetwatermoerassen daar. In de rest van het land, op open savannes en aan de rand van het bos is hij zeldzaam. |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 49 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 4 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |