Long-tailed Hermit (Phaethornis superciliosus) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© N. Takano | © Steven Wytema | © John Mittermeier |
© Frank Valk | nest op Brownsberg © Auke Hielkema | © Klaas de Jong |
De Langstaart Heremietkolibrie is erg algemeen in het bos, hij gaat snel van bloem naar bloem langs een route die hij dagelijks herhaald, vaak laag in het bos langs een pad. Ook gebeurt het nog al eens dat hij stil in de lucht hangend naar je blijft kijken. Her en der in het bos zijn er plekken waar een groep mannetjes tesamen zingt om vrouwtjes te lokken om met ze te kunnen paren. Deze "leks" blijven jarenlang op dezelfde plek, zoals op de Brownsberg. Foto van een langstaart Heremietkolibrie (met een abnormaal korte staart) gemaakt door N. Takano (personal museum of natural history) op de Brownsberg in augustus 2004. De tweede foto is gemaakt door Steven Wytema ook op de Brownsberg in mei 2005 en de laatste door John Mittermeier op de Sipaliwini in 2009 voor onderzoek. Een langstaart heremietkolibrie zingt in een video van Dominiek Plouvier. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Langstaart heremietkolibrie © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 415 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 2 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |