American Flamingo (Phoenicopterus ruber) |
De flamingo is een lange slanke vogel, die broedt in het Caraibisch gebied (op Bonaire bijvoorbeeld). Hij is wat roder dan de vogels van dezelfde soort die in Europa, Afrika en Azie voorkomen. In Suriname broedt hij niet meer (nog in 1931 werden er eieren geraapt van deze vogels), maar af en toe komt hij langs de kust voor in grote groepen. In de zeventiger jaren waren er meer waarnemingen langs de oostkust dan in het westen (Coronie en Nickerie), tegenwoordig lijkt het andersom. Als ze vliegen houden ze hun lange poten uitgestrekt tot ver achter hun lichaam, wat ze al van verre herkenbaar maakt. Tussen 1970 en 1975 zag Arie Spaans op sommige dagen honderden flamingo's langs de kust en ook de laatste jaren worden er bij tellingen vanuit een vliegtuigje die aantallen gehaald voor de Surinaamse kust. De flamingo eet met zijn kop onderste boven in het water: hij zeeft zo kleine garnaaltjes uit het water, terwijl hij langzaam loopt. In dierentuinen moeten ze, net als de rode ibissen, het juiste voedsel krijgen om hun kleur te behouden. Verwarrend is dat in Suriname de rode ibissen soms 'flamingo' worden genoemd en de flamingo's 'seegansi' heten. De eerste twee foto's zijn gemaakt door Dough Gochfeld van de Audbon Society in het gebied van de Warappakreek, een door Dominiek Plouvier op Matapica van een groep voorbijvliegende Flamingo's in juli 2008. Dan een foto die Joop Schultz van een grote groep maakte, bij de Kwerimanbank in Suriname en een van Dinesh Ramlal (oetsi-tours) in Bigi Pan in november 2014. Dominiek Plouvier zag meer dan honderd Flamingo's op Bigi Pan en maakte de video. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Grote of Caribische Flamingo, Segansi © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 91 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 2 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |