Straight-billed Hermit (Phaethornis bourcieri) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© Brian O'Shea | © Pieter Verheij | © Borgesius Beckles |
Frans Guyana © Matthias Fernandez | Frans Guyana © Matthias Fernandez | Frans Guyana © Matthias Fernandez |
De Priemsnavel Heremietkolibrie is vooral goed herkenbaar aan zijn bijna rechte snavel. Hij vliegt snel van bloem naar bloem vooral langs open plekken in het oerwoud. Je kunt hem vaak zien op de Brownsberg. Otte Ottema nam het geluid van deze kolibrie op in het Bakhuis gebergte. De eerste foto is gemaakt door Brian O'Shea in het natuurreservaat Ralleighvallen in Suriname in 2002. Dan een prachtige foto van deze heremiet kolibrie gemaakt door Pieter Verheij in Suriname in januari 2005 en nog zo'n mooie foto gemaakt door Borgesius Beckles op de Brownsberg in oktober 2009. De plant op deze laatste foto is een Passiflora glandulosa (markoesa, markusa), die veel langs de randen van het bos groeit. Matthias fernandez fotografeerde een vogel op zijn rug, zodat de verlengde staartveren goed zichtbaar zijn. Hij deed dat in Frans Guyana in Nouragues in december 2103. En maakte nog een foto van een adult met juveniel in november 2016. |
Vogelgeluiden (klik er op om te luisteren) | ||
---|---|---|
Geluidsopname van een Priemsnavel heremietkolibrie © Otte Ottema, bird guide |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 216 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |