Red-and-black Grosbeak (Periporphyrus erythromelas) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© K.D. Dijkstra | © Steven Wytema | © Ward Vercruysse |
© Klaas de Jong |
Roodzwarte Kardinaal: Het vrouwtje is geel en groen met een heel zwart hoofd, het mannetje heeft veel rood met een zwarte kop en gaf de soort zijn naam, zoals wel vaker gebeurt. Ondanks zijn opvallende kleuren wordt de soort niet vaak gezien en al helemaal niet gefotografeerd, omdat het meestal in de schaduw van de bomen blijft. Wel zingt hij vaak. Hij wordt regelmatig gehoord op de Brownsberg, er zitten daar meerdere paartjes. Een foto van een roodzwarte kardinaal, gefotografeerd met flits door KD Dijkstra in het Brownsberg nationaal park in februari 2008. Dan volgt een foto gemaakt door Steven Wytema ook op de Brownsberg in 2005 en een van Ward Vercruysse, gemaakt op diezelfde Brownsberg in februari 2008. En Fred Pansa maakte een video van deze rood-zwarte Kardinaal in november 2022. En Sean Dilrosun zag ook een mannetje een jaar later. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Rood-zwarte kardinaal © ; | Video opname van een Rood-zwarte kardinaal © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 50 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |