Wattled Jacana (Jacana jacana) |
Een zwart-bruine vogel, met gele plekken in zijn vleugels. Die zie je goed bij het vliegen of als hij zijn vleugels optilt. Hij heeft een gele snavel en rode lellen aan zijn hoofd. Dan ook nog lange groene poten met heel lange tenen. Een opvallende vogel. De jongen hebben wit aan de onderzijde en een streep bij hun oog, maar die gele vlek en de lange tenen zijn al als bij de volwassenen. Ze lopen over de waterplanten, daar hebben ze die grote tenen voor nodig. Je ziet ze in zwampen, rijstvelden en grote trenzen met veel planten. Op die waterplanten maken ze ook met wat stengels een nest, ook vlak bij huizen in de stad. Niet alleen door hun kleur vallen ze op, ze maken ook nog veel lawaai. Je ziet ze soms onder veel geluid met elkaar vechten. Daarbij tillen ze hun vleugels op zodat de gele plek goed opvalt. Aan de vleugel hebben ze een scherpe doorn waarmee ze naar elkaar slaan. Het zijn echte kemphaantjes, zoals ze ook wel genoemd worden. Vliegen doen ze niet vaak. Als ze opgejaagd worden zie je hun poten onder het lijf hangen en ze blijven in de lucht lawaai maken. Hieronder een foto van een vogel op het nest en van het nest zelf. De bovenste foto is gemaakt door Suzan van Breenen in Nieuw Amsterdam in mei 2010, ze werd door de vogel aangevallen toen ze de foto probeerde te maken. De tweede is van Erik Toorman ergens in Suriname (2003), dan volgt er een van K. Dijkstra, gemaakt in de cultuurtuin, een van Dennis Binda (2008) en twee van Jan Hein Ribot op Leiding in februari 2014. Francita Rijhiner nam de foto van de onvolwassen vogels in april 2008 op Uitkijk. Iling Tjon Pian Gi zag een nest en fotografeerde de een dag oude kuikens in oktober 2014 in Paramaribo. Als ze uit een ei komen zien ze er nog zwart uit. Wat later kwam een Kaaiman kijken. Dominiek Plouvier maakte de video. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Leljacana, Kepanki © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 855 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 87 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |