Harpy Eagle (Harpia harpyja) |
De Gonini / Harpij is een grote roofvogel met een dubbele kuif. Het is de sterkste arend van de hele wereld samen met de Philippijnse apenarend, allebei met grote klauwen. De Harpij kan apen uit de bomen trekken en ze meenemen door de lucht naar een brede tak om ze op te eten. Maar als je zo sterk bent kun je ook vele andere prooien aan (luiaard bv.). Hij jaagt vanuit een uitkijkpunt in een boom en vliegt meestal tussen de bomen door op zijn prooi af en grijpt ze al vliegend. Het aantal gonini's in de wereld (Zuid en Midden Amerika) neemt af. Er wordt op ze gejaagd (ook voor de veren) en hun natuurlijke omgeving, het bos, heeft veel te lijden onder de houtkap, zowel voor het hout als voor landbouwgrond. Ik heb de vogel maar een keer goed gezien, hij is aardig zeldzaam in Suriname. Maar veel zijn er nooit geweest, ze hebben een groot gebied nodig om genoeg voedsel te vinden. Maar grote stukken maagdelijk oerwoud bestaan nog steeds in Suriname, zoals het grote Centrale Surinaamse Natuur Reservaat (CSNR) met een oppervlakte van meer dan 1.000.000 ha (1/3 van de grootte van Nederland). Nesten worden gebouwd in hoge bomen met dikke takken en ze brengen 1 of 2 jongen groot per legsel. Soms komen er gonini's tot vlakbij Paramaribo, zoals je op het kaartje hieronder kunt zien (dat is al wel van een tijdje geleden). Alle foto's zijn gemaakt in Suriname: De eerste door Eric Thomassen in west Suriname in november 2007. De vogel kwam gewond uit het water gekropen en vloog toen weg. De tweede foto is een harpij die een grote leguaan opeet bij Arapahu in het westen van Suriname in maart 2010. De derde opname is een beeld uit een video van Aloysius Biervliet bij Palumeu in 1996. Het is waarschijnlijk een net niet volwassen vogel, zonder donkere band op de borst en nog zonder duidelijk kuif. Hij eet een grote leguaan, die hij op een tak neergelegd heeft. In de eerste video kun je deze Harpij zien eten, gefilmd vanuit een boot. Hij lijkt ouder dan de vogel van de twee foto's verderop. Dat zijn foto's van een jonge harpij arend, gemaakt door Sue Boinsky tijdens haar apenonderzoek in het Raleigvallen nauurreservaat in maart 2003. Sue zag de vogel voor het eerst toen hij nog in zijn nest zat, ongeveer een jaar voor de foto gemaakt werd. De jonge vogel is duidelijk nieuwsgierig. Foto's van hetzelfde nest staan ook nog verderop. Nesten bouwt de gonini in hoge bomen (kankantries) en er komen een of twee jongen. Een paar harpijen nestelde bij de Raleighvallen in het immense centrale natuurreservaat, CNRS in Suriname. Ze broedden daar in 2000 and 2002 en brachten beide keren één jong groot. Zelfs toen het jong uit 2002 opgroeide was het jong van 2000 nog in de buurt van het nest en werd af en toe gevoerd door de ouders. Dit jong was tamelijk makkelijk om te zien te krijgen, maar de ouders werden weinig waargenomen. In 2005 zijn weer foto's genomen nu door Candy McManiman bij hetzelfde nest. Hieronder eerst het jong in 2003, daarna foto's van een volwassen vogel in 2005. Onder de verspreidingsmap staan 2 foto's gemaakt door Suzette Eeltink en nog 2 door Huub Sanders van een volwassen vogel met donkere borstband nabij de Kayser airstrip in 2006 in het zuiden van Suriname. Fred Pansa maakte de tweede video vanaf de top van de Brownsberg en keek neer op een Harpy die een groot beest (brulaap of luiaard?) in stukken scheurt. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Harpij arend, Gonini © ; | Video opname van een Harpij arend, Gonini © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 72 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 6 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |