Green-rumped Parrotlet (Forpus passerinus) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© Carl Beel | © Dominiek Plouvier | © Leo Olmtak |
© Leo Olmtak | © Leo Olmtak | © Paul Baker |
© Raoul Ribot | © Dominiek Plouvier |
Okroprakiki Muspapegaai: Een geelgroene papegaai met blauw op zijn vleugels (het mannetje), de kleinste van de 25 prakiki's, masons en raven (allemaal papegaaien) in Suriname. Ze vliegen in groepjes met grote snelheid door de tuinen en schreeuwen flink (griegrie, griegrie, griegrie). Zo merk je vaak dat er groepjes in de buurt zijn, zonder dat schreeuwen vallen ze met hun groen kleur niet erg op. Ze eten zaden en vruchtjes en bloesems, die ze vooral zoeken in wat open terreinen. Daardoor hebben ze ook niet zoveel te lijden van het verdwijnen van de bosgebieden, zoals veel andere zuid-amerikaanse papegaaien en komen ze ook veel in de buurt van de stad voor. Tot in de stad maken ze hun nesten, ik zag een paar nestelen in een gat in een tak van een kankantrie op het terrein van de Anton de Kom universiteit.Voor hun nesten hebben ze zoals veel papegaaiensoorten gaten nodig in bomen of termietennesten. Het vrouwtje heeft geen blauw op de vleugels. Als je een paartje parkieten in een kooi hebt, komen vrije parkieten vaak even langs op hun dagelijkse voedselzoektocht en dan schreeuwen ze naar elkaar. De eerste foto van een paartje Okro prakiki's is gemaakt door Carl Beel op Weg naar Zee, Het vrouwtje is de vogel met meer geel op de kop. Dan volgt een parkiet gezien door Wouter Plouvier op Weg naar Zee in december 2006 en de volgende zijn gemaakt door Leo Olmtak in zijn tuin in 2009. De laatste zag Paul Baker op weg naar Zee in februari 2013. Dominiek Plouvier maakte de video van een snoepende Okro Prakiki. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Groene Muspapegaai, Okroprakiki © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 598 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 5 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |