Common Ground-Dove (Columbina passerina) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
niet bang aangelegd © Serano Ramcharan | © Jan Hein Ribot | © Jan Hein Ribot |
© John S. Dunning | © Dominiek Plouvier | Frans Guyana © Pascal Dubois |
De peni-ati stonka is een kleine duif, van boven bruin met wat roze aan de onderkant en een geschubde borst. Er zijn drie soorten stonka's in Suriname. De peni-ati stonka zie je weinig in de stad, veel meer op open zandige plekken en op de schelpritsen. Daar helpen hun kleuren ze om ze onopvallend te maken. Deze soort is gekozen voor dit boekje omdat ik van de meer voorkomende stonka's uit Paramaribo geen goede foto heb.De meest voorkomende stonka is wat groter en meer effen grijs. Je vindt alle stonka's vooral op de grond en soms in lage struiken. Daar maken ze ook hun nesten. Ze zoeken naar voedsel op de grond en knikken daarbij met hun kop: ze zoeken zaadjes en bessen en insekten. Als het manntje indruk wil maken op een vrouwtje loopt hij voor haar te pronken of achtervolgt haar met opgezette veren en zacht geluid makend. De eerste foto is gemaakt door J. S. Dunning in Suriname. De tweede door Pascal Dubois in Frans Guyana. Dominiek Plouvier maakte de video. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Musduif, Peni-ati stonka © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 560 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 102 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |