Blackish Nightjar (Nyctipolus nigrescens) |
De Butabuta's zijn onopvallende bruine vogels met streepjes en vlekjes op hun lichaam met wat wit in hun vleugels en op hun keel en staart. Ze komen overal in Suriname voor, meer nog in de savanne en het bos dan langs de kust. Ze houden zich overdag schuil en zitten dan op de grond onder struiken en bomen tussen afgevallen bladeren. Zo kun je bijna op ze trappen voor je ze ziet. Hun verenkleed met al die streepjes en vlekken is een uitstekend camouflagepak tussen dode bladeren en bruine steentjes. Hierboven staan foto's van een zwarte nachtzwaluw, de donkerste soort. Er zijn twaalf soorten Butabutas of Yorkafowroes bekend in Suriname. 's Avonds zie je sommige soorten wat gemakkelijker als ze op de weg zitten en je met de lampen van de auto in hun rood oplichtende ogen schijnt. Vooral met volle maan brengen ze de hele avond door met het achter insekten aan te jagen in de lucht met hun grote mond wijd open. Je hoort ze meestal niet vliegen maar als je op een gunstige plek bent kun je ze tegen de hemel allerlei snelle vreemde vliegbewegingen zien maken. Soms als ze snel van vliegrichting veranderen hoor je hun vleugels. Deze nachtvogels zijn belangrijk voor de bewoners van het bos. Ze heten niet voor niets Yorkafowru of (vroeger) Diediebrie fowru. Je mag hun roep 's nachts niet nadoen. Doe je het wel dan komen ze dichterbij, maar ook het onheil zou dichterbij komen. Het doden van deze vogels roept helemaal ongeluk over je af (per ongeluk aanrijden is misschien minder bedreigend). Een nest maken ze gewoonlijk door hun ei te leggen op of tussen wat dode bladeren. Ze zitten dan plat tegen de grond op hun ene ei en vallen totaal niet op. Ze vliegen ook niet snel weg en zo kun je ze gemakkelijk over het hoofd zien. Ze roepen niet vaak. Het opgenomen geluid klonk bij het benaderen van een mannetje. Soms vind je 's avonds wel één paar per kilometer langs een lang stuk weg. Eerst twee foto's van de zwarte nachtzwaluw, gemaakt door Candi McManiman op het granietplateau bij de Voltzberg en onder de tekst nog twee foto's van Pascal Dubois, waarop je goed de schutkleur kunt bewonderen. Dan een foto van Alexandre Renaudier (bij Mana in Frans Guiana) en een foto van een aangereden vogel door J.H. Ribot (uit Suriname) en als laatste de foto van een jong dat beschutting zoekt tussen de dorre bladeren van een Clusia., gemaakt door Johan Ingels. |
Vogelgeluiden (klik er op om te luisteren) | ||
---|---|---|
Geluidsopname van een Roetnachtzwaluw © Jan Hein Ribot |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 369 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 51 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |