Crimson-crested Woodpecker (Campephilus melanoleucos) |
De Zwartkeel Specht vindt je vooral in de buurt van grote bomen en met name als er veel dode bomen zijn. Daar zoekt hij naar voedsel en bouwt hij zijn nest, natuurlijk in een gat in een boom. Deze soort heeft een voorkeur voor natte omgevingen, zoals op de foto bij deze palmen die daar ook goed groeien. Otte Ottema nam het geluid van een Zwartkeel specht op. De eerste foto is van een vrouwtje van een Zwartkeelspecht, gemaakt door Dennis Binda (2008), de tweede van een mannetje is gemaakt door Peter Relson ook in Suriname in januari 2002, met heel mooie Mauritius palmen op de voorgrond en in de achtergrond. Dan een foto van een vrouwtje (links) en een mannetje van de zwartkeel specht, gemaakt door K. Dijkstra op Weg naar Zee in februari 2007 en daarna nog een mannetje, ook van Dijkstra en twee van Francita Rijhiner, gemaakt in september 2010. Bij het mannetje loopt de witte streep niet helemaal door tot de snavel. Dominiek Plouvier maakte de video van een trommelende specht. |
Vogelgeluiden (klik er op om te luisteren) | ||
---|---|---|
Geluidsopname van een Zwartkeelspecht © Otte Ottema, bird guide |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Zwartkeelspecht © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 376 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 4 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |