Een morgen in de natuur rond Paramaribo: Chocopot, verlengde van de Noordwijkweg, één kilometer voor de Weg naar Zee aan de noordzijde van de Kwattaweg.
Dominiek Plouvier, zondag 9 oktober 2012
Genieten van de natuur op zondagmorgen is in eerste instantie vroeg opstaan: om 5h30 of iets later, om er om 6h30 te zijn, want dan is de natuur in zijn volle glorie, tot 8h30, of een beetje later. We zijn nu droge tijd, na 9 uur wordt het snikheet, en zwijgen de vogels sowieso. Alleen nog zeilende roofvogels en hier en daar een korte roep of alarmkreet. Chocopot heeft het voordeel op 10-15 minuten rijden te zijn van mijn thuis, op een vroege zondagmorgen althans. Het is een relictbosje aan het einde van de Noordwijklaan, die een zijstraat is van de Kwattaweg. Het werd ooit Chocopot genoemd door een Belgische ornitholoog naar analogie met Peperpot maar ook omdat hij daar soms Cocoa Trush zag. Het is ten oosten omgeven door de boerderij van Gummels waar zowat alle vegetatie gekapt is, en ten westen door Weg naar Zee en alle landerijen op de zijwegen waar ook al veel is gekapt van de oorspronkelijke vegetatie. Ik schat dat het relict bos niet groter is dan 100 ha. Het voordeel van dit bosje is dat er een breed wandelpad doorloopt in het midden waar soms vissers komen vissen in de grachten langs de weg. Voor zij die niet van muskieten of horzels houden, hmmm……beter in je bed blijven. Het eerste wat je opvalt als je het pad binnengaat is zwerfvuil, van allerlei aard, zeker de eerste 100 meter. Tja, in landen waar nog zoveel bos is, wordt bos door velen beschouwd als een vuile boel die nog ontgonnen moet worden, in (landbouw)cultuur dient gebracht te worden. Natuur, bos moet cultuur worden, landbouwcultuur. Natuur, bos is vuil, iets om op te ruimen of je vuil in te gooien bij de rest van het vuil. Toen ik in Costa Rica woonde, noemde men het bos ‘el monte’ of het onkruid. Ergens te begrijpen, het zit vol slangen en ongedierte. In de droge tijd die daar veel langer duurde, ging men dan ook het onkruid (bos) branden. Vroeger werd je zelfs eigenaar van een stuk grond als je het ontboste. Gelukkig is men daar ook al van gedachte veranderd, maar in Brazilie zijn slechts onlangs fiscale voordelen voor ontbossing afgeschaft. In de rijke westerse landen ziet men de natuur anders (men heeft er allang alle oorspronkelijke vegetatie vernietigd). Men bekijkt de weinige restanten natuur met meer respekt (ook bepaalde mensen uit Paramaribo gelukkig). De meesten daar genieten van het wandelen in de natuur maar een enkeling kan er zelfs genieten van de biodiversiteit, de vele planten en dieren, hun voorkomen, habitat, geluid, voedsel, etc. Zo een enkeling ben ik ook. Als WWF proberen we die natuur of dat bos in Suriname een waarde te geven via ecotoerisme, REDD+, duurzame houtkap, etc… maar dat lukt niet altijd. Wel zijn er naast de middenklasse Surinamers ook mensen die van het bos genieten door te gaan vissen, vogels vangen of jagen. Als natuurliefhebber levende in Paramaribo kan ik gelukkig genieten van de biodiversiteit van Chocopot.
De plantengroei.
:Chocopot is een echt zwampbos, met als dominante boomsoorten possentrie (Hura crepitans) en mira udu (Triplaris surinamensis). In de bovenetage treffen we verder aan switbonkie-soorten (Inga sp.), vijgesoorten (Ficus species) met hier en daar ook een mope (Spondias mombin) of kankantrie (Ceiba pentandra) op de iets hogere delen. De possentrie en mira udu staan tijdens de regentijd volledig onder water, nu is het bos droog en de moko moko kwijnt, alleen is er nog een klein beetje water in de kanalen langs het wandelpad. In de middenetage hebben we net als in Peperpot Guarea guidonii en Casearia species met 1cm ronde gele vruchten met zaden met oranje arillum (enkel in de regentijd). Van beide soorten, ook Guarea zijn de vruchten belangrijk als voedsel voor vele vogels. Als exoten treffen we hier en daar een mango aan, en veel djamoe (Eugenia jambos), die nu bloeit met mooie typische Myrtaceae bloemen. Ook treffen we een mooie bamboe aan op het pad na zo’n 250 meter. Het is nu einde droge tijd, oktober, en het heeft wat van herfst, want vele bladeren zijn gevallen, die van de possentrie kleuren mooi roodbruin vooraleer ze afvallen. Langs het pad bestaat de lage vegetatie uit Heliconia spp. of popokaitongo (heel belangrijk voor de vele hermietkolibries), veel Piper soorten en ook Costus, sangrafoe genaamd in de lokale taal. Vele lianen en slingerplanten typisch voor het bos in de kustzone, zoals Entada polystachya, Mucuna sloanei (kaw-ai), Cissus sp., Bignoniaceae lianen en de vele soorten fefi-finga. Pas op als je die zaden (koeieogen) uit de vrucht wil halen, ze zit vol stekels, dus beter met je laars de vrucht openen. Moko moko (Montrarchidia sp., Araceae) overheerst de onderetage van het zwampbos.
En nu de vogels
Nog voor ik het pad binnenga zie ik een barred antshrike mannetje, maar met veel bruin op de vleugels, waarschijnlijk een juveniel, bijna volwassen mannetje. Dan komt een mannetje bij hem zitten, maar ik zie geen vrouwtje. Nu zijn barred antshrikes altijd in koppel, ze zijn partnervast (geen buitenvrouwen!), dus vraag ik me af of die eerste misschien een vrouwtje is met ander kleed ??? Eerste raadsel en we zijn nog maar net weg. Na het zwerfvuil is het eerste wat ik hoor de ‘tsjiek’ van de Little Cuckoo, ik zoek hem niet eens, zo zeker kennen we zijn roep. Ik ga hem nog een paar keer verderop horen, en een keer twijfel ik of er ook geen Squirrel cuckoo roep bij was. Grietjebies, blauwtjes, palm tanagers en silverbeaks zijn overal, net als rusty margined flycatcher. Daarna hoor ik een antbird, waarschijnlijk de Black chinned antbird, die laag in het zwampbos foerageert. Dus moet er nog water zijn ! Inderdaad zie ik een wijfje black chinned antbird, mooi met de witte vlekken op het einde van de korte staart. Ook silvered antbird hoor ik, die heeft zeker water nodig !! Het geluid van black chinned lijkt voor mij een beetje op warbling antbird uit het hoogbos. Nu heet de laatste Hypocnemis cantator en de Black chinned Hypocnemoides melanopogon in het Latijn. Toch enige verwantschap ergens…...maar die geslachten en soortennamen wijzigen nog continu, met andere woorden, zelfs de specialisten van de Tamnophilidae (mierenvogels) met zo’n 210 soorten (alleen in de Neotropen, waarvan zo’n 40 in Suriname) weten bijlange nog niet alles. Tussen de bladeren vliegt een grote roofvogel weg. Verrekijker erop mikken, snel snel voor ie wegvliegt…..ja, een black collared hawk, of babun aka. Zijn metgezel roept aan de andere kant, zeer vreemde roep, net alsof iemand moet braken e uh uh uh. Even later hoor ik krokrokro……en ja 2 groene ibissen laten zich mooi zien. Zonder water zou je die ook niet meer hebben, want uit sommige stukken van Peperpot zijn ze in de droge tijd totaal verdwenen. Mijn eerste ‘monkey’ laat zich mooi zien, een bruine capucijn, blijkbaar is ie alleen. De hele tijd horen we de brulapen of babuns, en verderop zie ik er eentje mooi. Raar toch hoe die grote groepen brulapen overleven in zulke kleine stukjes geisoleerd bos. Ook boven Morgenstond heb je ze nog veel. Nog verder ook een groepje squirrel monkeys of doodshoofdaapjes, die zich mooi laten zien. Nou, zoveel soorten apen heb ik op Chocopot nog niet in 1 tripje gezien. Wel geen luiaard gezien deze keer. Ik neem mijn klapstoel en ga even zitten. Plots verschijnt er iets geels en groot, ik denk aan die gele specht, de Cream coloured woodpecker maar neen, ik zie tussen de bladeren een rode horizontale band op de buik: black collared aracari dus, inderdaad, een vijftal anderen volgen. Ik hoor ook nog de klassieke flycatchers van Chocopot: pale tipped inezia, en yellow crowned elaenia. Die had Carl me nog geleerd, en ben ik gelukkig nog niet vergeten. Die flycatchers van de Tyrannidae zijn verdomd moeilijk te herkennen, zowel op zicht als op geluid, een hele challenge dus. Eerlijk gezegd, zonder Carl was ik er nooit aan begonnen, maar nu ben ik blij er een paar te kennen, maar er is nog een lange weg te gaan vooraleer we ze allemaal van Suriname uit alle habitats zullen kennen ! Iets verderop een hoog geluid uit het bos, tjoe tjoe tjoe tjoe……zonder ophouden. Komt me bekend voor, maar wat is het weer? Moet een antbird of een woodcreeper zijn, maar ik ken het toch niet echt. Ik luister even snel op de blackberry waar ik de songs van Frans Guyana heb opgenomen van A. Renaudier. Misschien een white browed antbird, die komt hier voor….nee, dit is het niet, zijn lied lijkt teveel op silvered antbird. Even buff throated woodcreeper proberen…..verdomd…..helemaal ! Ik blijf hem zeker nog 5 tot 10 minuten onophoudelijk horen maar zie hem niet. Zal ik het geluid de volgende keer nog kennen ? Hmmmm who knows ? Wel zie ik een straight billled woodcreeper verderop, maar die is muisstil vandaag. Een kolibrietje komt op een takje zitten: glittering throated emerald, onmiskenbaar met de witte verticale streep op de borst. Verderop zie ik een kleine helemaal groene kolibri, maar zie niet direkt een blauwe staart, wel geen rode snavel. Kan dus toch alleen maar blue tailed emerald mannetje zijn, want green tailed goldenthroat komt hier mijns insziens niet voor. Even een flits van little hermit ook langs de heliconia’s. In tegenstelling tot Peperpot zie je hier weinig trogons, jacamars of puffbirds, zelden. Wel zie je altijd veel slender-billed kite, ze zitten langs de kanalen, de enige plaats waar hun voedsel, slakken nog te vinden is. Ik zie ook een mooie juveniel slender-billed kite, met witte staartstrepen en een rode washuid (cere in het engels) rond het oog. Is de adult met gele washuid of ook rode washuid? Even opzoeken later thuis. Ook zie ik nog een crane hawk langsvliegen met de onmiskenbare witte vleugelvlekken. Snel, maar toch onmiskenbaar goed gezien. Ik kom een paar Javaanse vissers tegen, ze hebben al walapa gevangen maar nog geen kwi kwi. Je ziet de vissen zo spartelen in de gracht, want het water staat zo laag. Nog een paar weken droge tijd en het kanaal is helemaal droog. Zo komen we bijna aan het eind van het pad: geen zone tailed hawk te zien in de kankantrie waar ie altijd nest heeft de laatste jaren, jammer. Wel horen we nog ashy-headed greenlet, tropical gnatcatcher, buff breasted wren en zien we een house wren en een common todyflycatcher. Ook crimson hooded manakin is weer te horen op zijn vaste plek. Wat zijn we nog vergeten te vertellen ? Een limpkin die uit de gracht vliegt en zonder geluid zich even verder op een tak mooi neerstrijkt. De altijd overvliegende kule kules, of Orange winged amazons…….wel geen Pionus papegaaien, margrietjes of dusky parrots. Strange, bij droge tijd heb je ze meestal. Een enkele gray fronted dove die roept. Geen kingfishers deze keer, maar….oja, wel Guianan piculet gehoord, en mooi Lineated woodpecker gezien, met de brede witte streep op de kop, en de niet sluitende witte V op de rug. Verder nog blackish antbird horen roepen, pale breasted trush, en ook specatcled trush gezien, met de mooie gele oogring. En white winged becard gehoord !!! Zo, dat was het ongeveer, waarschijnlijk zijn we nog een paar kleine dingetjes vergeten, maar het was een mooie trip en om 9 uur waren we al weer terug bij de wagen. Want dan slaat de hitte toe ! Dominiek Plouvier
All of the names in the table are linked to pages on this website that describe the bird, and sometimes have one or more photos, sounds or videos of it. The table was created by J.H. Ribot, with the help of many birders.