![]() |
![]() ![]() ![]() |
Van de Rosse Nachtzwaluw is er nog geen foto op de site. Carl Beel schreef over een nachtelijke ontmoeting met de vogel :"Boven ons vonden we oogjes en kregen heel leuk een kinkajou in beeld. Terwijl we die nog wat aan het volgen en beluisteren waren (een klein hoog roepje) begon een nachtzwaluw te zingen in het bos. Het was in elk geval geen Pauraque. Na wat zoekwerk op de smartphone zeiden we tegelijk dississit bij Rufous Nightjar. De Rufous Nightjar zelf was ook akkoord en begon met driedubbele ijver te zingen. We zochten een plaatsje langs het pad zo dicht mogelijk bij de zingende nightjar en begonnen te zoeken in de bomen. Vrij snel zagen we een wit oog terugschijnen en keken we naar een Rufous Nightjar in vooraanzicht. Wat eerst opviel was het vele wit op de onderstaart. Op de keel zagen we ook een witte band met daaronder een donkerder band. De vogel vervloog naar een andere zitplaats. daar konden we hem ook in zijaanzicht zien op een hoogte van ongeveer 15m. De keel trilde mee met zijn onophoudelijk liedje. We vonden de vogel eigenlijk niet echt heel ros, misschien eerder kastanjebruin. Een poging tot foto's mislukte omdat de ingebouwde flitsjes niet ver genoeg reikten." |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 8 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |