![]() |
![]() ![]() ![]() |
Het Suikerdiefje is een heel klein vogeltje, dat zijn Nederlandse naam dankt aan het feit dat het een gaatje in de bloem boort om de honing er uit te zuigen. Dit doet het dan zonder de bloem te bestuiven. Als we de bloemen bekijken van de hanga-lampoe (hibiscus) dan zien we vaak een gaatje in de rode kroonbladeren. Dat heeft dan een suikerdiefje gedaan of een kolibri. Op die manier kan het de honing uit de bloem halen, zonder de bloem te bestuiven. Dat is niet geheel volgens de 'regels' van de natuur, daarom wordt hij wel diefje genoemd. Hij steelt de honing zonder er iets voor terug te doen. Maar gewoon suiker steelt hij ook, op de Antillen is dat een oude gewoonte van deze vogel. Zonder het te zien horen we vaak zijn hoge zoetige zang uit de top van een hoge struik of boom. Wanneer je dit geluid kunt imiteren dan kun je de vogel tot vlak bij je lokken. Hij probeert dan de zogenaamde indringer uit zijn territorium op te zoeken om hem weg te jagen.Ze maken een heel hoog geluid dat ik maar nauwelijks op kon nemen. De bovenste foto is gemaakt door Joan Bakker en de tweede door J.S. Dunning, beide in Suriname. Daaronder staat een foto van een jonge bakbatitri, gemaakt door Leo Olmtak in zijn tuin in Paramaribo. De vierde komt van J.H. Ribot, ook gemaakt in Paramaribo. Verder naar beneden zijn er foto's van de Barica Geel op Aruba, waar je hem ook van een siroopfles ziet snoepen en als laatsteeen foto door Didier Brunel, st. Maarten 1989, waar hij yellowbreast heet. In Suriname is de keel wit/grijs, op Aruba zwart met wit en op st. Maarten zwart. |
![]() |
Vogelgeluiden (klik er op om te luisteren) | ||
---|---|---|
Geluidsopname van een Suikerdiefje, Bakbatitri © Jan Hein Ribot |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 1158 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 59 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |