![]() |
![]() ![]() ![]() |
De Zwarte Arend-Buizerd, Blaka Aka is een vogel van open landschap en je ziet hem vooral in het kustgebied en vlakbij water. De volwassen vogel is helemaal zwart, behalve in een witte band in zijn staart en een lichte vlek in zijn vleugel, die zichtbaar is bij de vliegende vogel hier beneden. Deze aka's (roofvogels) eten van alles, vissen, zoogdieren en kikkers en ook kadavers, zo zag Haverschmidt ze ooit in Suriname van een dode kaaiman eten. De eerste foto van de Blaka Aka is gemaakt door Carl Beel in Nickerie in augustus 2009, dan volgt een foto van Dominiek Plouvier gemaakt in Coronie in Suriname. De derde foto is gemaakt door Pascal Dubois in Frans Guyana in 2002. Daarachter komen twee foto's van één vogel, die verandert van onvolwassen naar volwassen kleed, gemaakt door Jan Hein Ribot in de rijstvelden van Land van Dijk in Nickerie. Dan volgen een foto van een onvolwassen vogel, gezien door George Hageman, langs het water op Fungu eiland in februari 2010 en een gemaakt door Suzanne Eeeltink in 2006. De volgende foto van een jong op zijn nest is gemaakt door Foek Chin Joe in september 2011. Piter teunissen zag een Blaka Aka die probeerde een sapakara (reuzenteju, tupinambis) mee te nemen een boom in bij Kampu Baru, maar hij was te zwaar (nov 2105). |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 413 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 10 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |